Terminologie uit de meetkunde


[Terug naar overzicht hoofdstuk]      [Oefening]


Het vlak 'pi'

De werkverzameling van de vlakke meetkunde wordt het vlak  genoemd. Dit is een oneindige verzameling van punten. Het is onbegrensd en loopt oneindig verder naar boven, onder, links en rechts!

Punt – rechte – halfrechte - lijnstuk

Een punt van het vlak wordt voorgesteld met een stip en wordt benoemd met een hoofdletter (bijvoorbeeld A). Elk punt is een element van het vlak.

Een rechte is een verzameling punten en bijgevolg een deelverzameling van het vlak. Een rechte heeft geen begin- of eindpunt en wordt benoemd met een kleine letter (bijvoorbeeld a) of door twee punten die op de rechte liggen (zoals in onderstaand voorbeeld EF). Door een willekeurig punt E kunnen oneindig veel rechten getekend worden. Door twee punten E en F kan echter juist één rechte getekend worden.

Visuele voorstelling van de rechte EF

lijnstuk

Een halfrechte is aan één kant begrensd en wordt genoteerd als [CD. De rechte waarop de halfrechte gelegen is, noemen we de drager van de halfrechte. Zo is a de drager van de halfrechte [CD in onderstaand voorbeeld.

Visuele voorstelling van de halfrechte [CD

halfrechte

Een lijnstuk is aan twee kanten begrensd en wordt genoteerd als [AB]. Ook hier wordt de rechte waarop het lijnstuk ligt de drager genoemd.

Visuele voorstelling van het lijnstuk [AB]

rechte


Heb je nood aan een grondige opfrissing vanuit de lagere school? Dan kan dit boek jou zeker helpen!